Met 120 deelnemers uit negen verschillende landen was de 2de Europese conferentie over burgerinitiatieven voor wereldwijde solidariteit op 20 en 21 juni in Brussel, naast het interessante programma, ook een gelegenheid om zusterorganisaties te leren kennen. Partin-directeur Erik Boerrigter sprak met verschillende vertegenwoordigers van vergelijkbare organisaties. Zijn conclusie: Partin blijkt van meerdere markten thuis en dat op eigen kracht.

Waar andere organisaties veelal een of twee diensten aanbieden, is Partin als brancheorganisatie van alle markten thuis. Erik: “We bieden een breed pakket aan diensten, vergroten de zichtbaarheid van PI, zijn steeds meer gesprekspartner en faciliteren samenwerkingen zoals met vermogensfondsen. Veel zusterorganisaties richten zich of op informatie-uitwisseling, of bieden ondersteuning aan bij fondsenwerving of focussen op lobby. Partin doet het allemaal. Natuurlijk binnen onze mogelijkheden.”

“Echter het meest opvallende verschil is,” volgens Erik, “dat in veel andere landen de overheid deze zusterorganisaties steunt.” In België bijvoorbeeld speelt de 4de Pijler in de beleidsnota een belangrijke rol en ontvangen koepelorganisaties middelen om het werk van PI te bevorderen. In Nederland staat deze erkenning nog in de kinderschoenen.

Conferentie
De vragen die tijdens de 2nd European conference on citizen initiatives for global solidarity gesteld waren hadden te maken met de SDG’s. Spelen de tienduizenden vrijwilligers die mondiaal actief zijn ook een rol als “changemakers” voor de duurzame werelddoelen? En welke impact hebben ze hier en daar? De inleidende speech werd verzorgd door Professor Lisa Ann Richey, auteur van het boek ‘New Actors and Alliances in Development’, waarna vele workshops volgden. Deze conferentie werd mede georganiseerd door Wilde Ganzen en Radboud University/CIDIN.

Vijf jaar geleden organiseerde een netwerk van ngo’s, onderzoeksinstellingen en universiteiten uit diverse Europese landen voor het eerst een conferentie over zogenaamde ‘burgerinitiatieven voor internationale samenwerking’. Destijds werd vastgesteld dat duizenden burgerinitiatieven zowat in elk Europees land steeds nadrukkelijker aanwezig zijn als actor van internationale solidariteit.