Banken krijgen meer vrijheid om alleen risicovolle klanten te onderwerpen aan de meest intensieve controles. Zo is overeengekomen met De Nederlandsche Bank (DNB) en het ministerie van Financiën. Het moet een einde maken aan onnodige en overbodige vragen aan klanten. Partin-directeur Erik Boerrigter is voorzichtig positief. “Dit gaat onze leden nog niet veel helpen. De meeste leden vallen nog wel in de categorie hoogrisico.” Maar meent Wilko Brink (penningmeester Partin): “We schuifelen langzaam de goede kant op.”
De banken moeten van DNB criminelen en terroristen opsporen. Volgens het Financieel Dagblad (FD) noemen de banken die witwasregels al jaren vaag, onduidelijk en dubbelop. Maar de schrik zit er na een aantal schikkingen goed in. Daarom doen ze voor de zekerheid (te) veel. Elke klant, ook de bonafide, krijgt zo te maken met een waslijst aan vragen en checks. Vooral kleine goede doelen en vrijwilligersorganisaties worden streng gecontroleerd of zelfs buitengesloten. Dan wordt de rekening opgeheven of is het onmogelijk om een nieuwe te openen.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) presenteerde op 31 mei, in afstemming met DNB, een handreiking aan de banken voor meer risico-gebaseerd klantonderzoek. Er zijn 5 standaarden ontwikkeld. Voor verenigingen en stichtingen komen er nog aanvullende sectorstandaarden. De gezette stappen moeten ervoor zorgen dat klanten minder vaak lastiggevallen worden door hun bank. Ook moeten ze zorgen voor minder gevallen van uitsluiting.
We kijken dan ook uit naar de aanvullende standaarden. Zodat verenigingen en stichtingen minder last hebben van vragen van banken en weer makkelijker een bankrekening kunnen krijgen. Of zonder al te veel gedoe van penningmeester kunnen wisselen.
Of dat ook zo maar opgaat voor stichtingen actief buiten Nederland is nog maar de vraag.
Erik is daar nog allerminst gerust op. “Voor organisaties die als laag- en middenrisico worden bestempeld nemen de administratieve lasten hierdoor hopelijk af. Echter, onze achterban loopt nog altijd een aanzienlijke kans in het hokje hoogrisico geplaatst te worden. Ze hebben namelijk de stichtingsvorm en velen maken geld over naar EC High Risk Countries. Bovendien heeft niet iedereen een CBF Erkenning. Andere zijn recent opgericht en hebben dus nog geen trackrecord. En steeds vaker zijn de bestuursleden van buitenlandse afkomst. Dat zijn allemaal factoren die bijdragen aan de risico-inschatting.” We zijn er dus nog niet.
Partin zit samen met andere brancheorganisaties om tafel met de NVB voor deze sectorstandaard. Liefst zien we dat kleine organisaties uitgezonderd van bepaalde maatregelen zijn. Maar minister Kaag (Financiën) gaat niet in op die wens.