De maximale hoogte van de belastingvrije vrijwilligersvergoeding gaat in 2024 omhoog van € 1.900 naar € 2.100 per jaar. Daarmee stijgt ook het maandbedrag van € 190 naar € 210 per maand. De regeling is bedoeld om met minimale administratie organisaties in staat te stellen vrijwilligers belastingvrij tegemoet te komen in de kosten die vrijwilligers maken voor hun vrijwilligerswerk. Wat betekent dit voor je organisatie? En wat voor jou als vrijwilliger?

Jaarlijks wordt de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding geïndexeerd. De indexatie is op basis van de tabelcorrectiefactor en er geldt een afronding op een veelvoud van € 100. Het bedrag van de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding komt daardoor per 1 januari 2024 uit op € 2.100 per jaar en € 210 per maand. Bij de behandeling van het Belastingplan 2023 gaf staatssecretaris Van Rij van Financiën aan dat hij nog zou kijken of een verdere verhoging van de onbelaste vrijwilligersvergoeding mogelijk was. Het kabinet gaf echter aan dat die verhoging niet nodig is. Dat blijkt uit de brief van 19 september aan de Eerste Kamer.

Enkele feiten over vrijwilligers en vergoedingen
CBS heeft in 2021 onderzocht dat ruim tweederde van de vrijwilligers helemaal geen vergoeding ontvangt. Een klein deel (14%) ontvangt een vergoeding in natura, 8% ontvangt een vergoeding op basis van de werkelijk gemaakte kosten, 5% ontvangt een vast bedrag per maand en 1% ontvangt de maximale vrijwilligersvergoeding. Dat schrijft NOV.

Wanneer wordt een vrijwilligersvergoeding uitbetaald?
Een vrijwilligersorganisatie maakt zelf de keuze of er een vrijwilligersvergoeding wordt uitbetaald. Het beste is om gemaakte keuzes vast te leggen in een vrijwilligersbeleid of overeenkomst. Vergoedingen aan vrijwilligers kunnen op drie manieren worden betaald:

  • Vergoeding op basis van de onbelaste vrijwilligersvergoeding.
  • Vergoeding voor gemaakte kosten die kan worden onderbouwd met bonnetjes of betalingsbewijzen. Deze kostenvergoeding is onbelast en kent in principe geen maximum.
  • Vergoeding op basis van en combinatie van de onbelaste vrijwilligersvergoeding en de daadwerkelijk gemaakte kosten. Hierbij is sprake van het dubbel vergoeden van kosten en als de maxima van de vrijwilligersvergoeding worden overschreden sprake van belast inkomen. Bij deze variant kan het voorkomen dat, als het gezamenlijke bedrag meer is dan € 2.100,- (in 2024), de Belastingdienst de totale vergoeding als belastbaar inkomen aanmerkt.

Wat zijn de gevolgen voor je organisatie?
Een non-profitorganisatie is over de vrijwilligersvergoedingen tot dit maximale bedrag geen belasting en premies verschuldigd. Komt de vrijwilligersvergoeding wel boven dit bedrag uit, dan betaalt een organisatie belasting over het totaal van de vrijwilligersvergoeding. Een eventuele onkostenvergoeding bijvoorbeeld voor reiskosten moet meegeteld worden. Komen de vrijwilligersvergoeding en onkostenvergoeding samen boven het maximum uit, dan betaalt een organisatie belasting over de vrijwilligersvergoeding. Een organisatie hoeft deze belasting niet te betalen als het alleen gaat om een vergoeding voor de onkosten en het dus geen extra vergoeding voor het werk is.

Waar moet je als vrijwilliger op letten?
Volgens NOV pakt de regeling soms verkeerd uit voor vrijwilligers. Dit kan komen omdat niet helemaal duidelijk is wat nu wel of niet valt onder de vergoeding. Zo kloppen de maximale vergoedingen per maand niet bij het totaal per jaar. En zijn de uurvergoedingen verwarrend. Niet iedereen snapt dat de belastingvrije vergoeding per persoon is en niet per organisatie. Vooral mensen met een uitkering kunnen hiervan de dupe zijn.

Let dus goed op. En houd de normbedragen – per maand en per jaar – in de gaten. Overschrijd deze normen ook niet als je onkosten en een vergoeding ontvangt of betaalt. Let er ten slotte op dat vrijwilligers niet mogen ‘stapelen’. De normbedragen gelden per vrijwilliger. Dus, je mag bij meerdere organisaties een vergoeding ontvangen als vrijwilliger, maar bij elkaar opgeteld niet hoger dan de normbedragen.

Bron(nen): NOV | Rendement
Foto: Canva