Er wordt steeds meer geld geïnvesteerd in kleine ontwikkelingsprojecten. Nederlanders alleen al startten duizenden projecten in ontwikkelingslanden. Wat doen deze kleine goede doelen met dit geld en hoe zorg je ervoor dat je meehelpt aan een duurzame oplossing? Vandaag schoven Marianne Meijers en Sara Kinsbergen (Radboud Universiteit) bij het radioprogramma De Nieuws BV aan. Marianne schreef samen met haar man Roel het boek Samen de handen ineen over de ervaringen in Kenia met Stichting Harambee Holland. PI zijn groot door persoonlijke ontmoetingen.

Volgens Sara is persoonlijke ontmoeting de drijfveer achter elk initiatief. Mensen op reis of verblijf in een ander land worden geraakt door iets of iemand en besluiten dat er iets moet gebeuren. Naast donaties aan grotere NGO willen deze doeners graag ook zelf actief worden. En dan komt de doener, wat Sara noemt, in een hulproes . Er wordt begonnen met een idee, mensen in de nabije omgeving worden betrokken, er komt geld, het voelt lekker, de resultaten zijn mooi en dat smaakt naar meer. Deze roes is zowel verslavend als besmettelijk. Want mensen in je omgeving worden meegetrokken in die roes. En zo komen, veelal door persoonlijke ontmoetingen, veel mensen in beweging.

Sommige mensen verwachten dat PI eendagsvliegen zijn en dat hun interventies mislukken, maar uit onderzoek van Sara komt dat dat niet het geval is: “Heel veel van de projecten die opgezet worden door kleine ontwikkelingsorganisaties hebben een lange levensduur en leveren over een groot aantal jaren een bijdrage aan betere levensomstandigheden voor veel mensen.” De vraag blijft echter of deze interventies wel voldoende bijdragen aan structurele armoedebestrijding. Maar met de ervaringen van anderen, zoals de opgetekende ervaringen van Stichting Harambee Holland, kunnen PI hun voordeel doen.

Bekijk of luister het gehele gesprek terug op De Nieuws BV (2 februari 2021); meer informatie over het boek Samen de handen ineen vinden jullie hier