Stop onnodige regeldruk. Dat was de petitie die we in maart aan Tweede Kamerleden aanboden. Mede daardoor werd besloten om die regeldruk te onderzoeken. Sira Consulting concludeert dat een kleine vrijwilligersorganisatie al gauw te maken heeft met twintig tot dertig verplichtingen. Dat kan minder. De onderzoekers schetsen verschillende aanbevelingen. De staatssecretaris van VWS en de minister voor Rechtsbescherming willen daarover met de branche in gesprek. Maar ze merken direct op dat er vastgestelde wettelijke verplichtingen zijn en het dus niet zomaar mogelijk of wenselijk is om wetten en regels aan te passen.

Op 19 juni werd het rapport Regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen naar de Tweede Kamer gestuurd door Maarten van Ooijen (staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Franc Weerwind (minister voor Rechtsbescherming). Sira Consulting onderzocht omvang, achtergrond en oplossingsrichtingen voor de ervaren regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen. In de begeleidende aanbiedingsbrief  komen Van Ooijen en Weerwind met een beleidsreactie.

Het onderzoek maakt duidelijk dat de ervaren regeldruk voor vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen toeneemt. In totaal zijn er 136 verplichtingen geïnventariseerd. Deze lijst is niet uitputtend. En natuurlijk is er verschil tussen eenmalige verplichtingen, zoals inschrijving bij KVK, incidentele en structurele verplichtingen. Denk daarbij aan het jaarlijks publiceren van het jaarverslag als een van de ANBI-eisen.

De complexiteit van verplichtingen
Naast het aantal verplichtingen veroorzaakt de complexiteit van de verplichtingen extra druk op de clubs en haar vrijwilligers. Daarbij worden de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vaak genoemd. De onderzoekers stellen onder andere voor om te bezien of kleine organisaties uitgezonderd kunnen worden van de AVG en Wwft. Natuurlijk zonder het doel van de wet in gevaar te brengen.

Als achterliggende oorzaken waardoor vrijwilligersorganisaties hoge regeldruk ervaren, worden beperkte deskundigheid of ervaring binnen de organisatie en schaarste aan capaciteit en middelen genoemd.

Naar minder ervaren regeldruk
Om tot minder regeldruk te komen moet de afweging gemaakt worden tussen de maatschappelijke doelstelling van een verplichting en de waarde die gehecht wordt aan de maatschappelijke bijdrage van vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen. Daarvoor hanteerde Sira Consulting een beslisboom. Als voorbeeld werden 10 verplichtingen via deze beslisboom ‘Regeldrukreductie’ getoetst.

Uitgangspunt is dat opstellers van de regels de ervaren last zo klein mogelijk moeten maken. Hierbij is onderscheid naar grootte van organisatie, wel of geen beroepskrachten, landelijk of regionaal en al dan niet aangesloten zijn bij een brancheorganisatie te maken.

Vraag om stevige besluitvorming
Het toepassen van de beslisboom laat zien dat er mogelijkheden zijn om de regeldruk te verminderen. Wel vragen deze suggesties om stevige politieke besluitvorming, (Europese) afstemming en de middelen om deze voorstellen te implementeren. En creativiteit.

De onderzoekers geven vier aanbevelingen om de regeldruk te (kunnen) verminderen. Daarbij is het streven moeten om de maatschappelijke toegevoegde waarde van vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen te vergroten.

  1. Het vereenvoudigen van een aantal huidige verplichtingen.
  2. Het voorkomen van regeldruk door nieuwe verplichtingen.
  3. Het intensiveren van de ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen.
  4. Het zorgen voor voldoende middelen en menskracht om het verminderen van de ervaren regeldruk te realiseren.

Stichtingen wereldwijd actief
Nog even dit. Dit regeldrukonderzoek richt zich op de Nederlandse wet- en regelgeving en laat buitenlandse of internationale verplichtingen buiten beschouwing. Volgens de onderzoekers vallen vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen die volledig of gedeeltelijk internationaal actief zijn om die reden buiten het onderzoek. Toch zijn deze Nederlandse organisaties net zo verplicht om aan de Nederlandse en Europese regels te voldoen.

Naast de geïdentificeerde knelpunten die uit het onderzoek komen, zijn er waarschijnlijk nog andere zaken waar deze stichtingen rekening mee moeten houden. Of die het invullen of handhaven van (Nederlandse) regels belemmerd. Met extra risico op meer regeldruk.

Partin is via SBF (Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie) betrokken bij de gesprekken. Daarbij leggen we telkens de verschillende dilemma’s van onze leden voor. En steeds blijkt dat hoognodig.

Lees het gehele Rapport Regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen.Â