Vorig jaar al kondigde het kabinet Schoof drastische bezuiningingen op ontwikkelingshulp aan. Vandaag kwam minister Klever voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp met concrete plannen. Heel kort samengevat is de strekking: alleen nog ontwikkelingshulp in direct Nederlands belang. Maar wat betekent dat allemaal? Sara Kinsbergen las de beleidsbrief en maakte een samenvatting. Zij spreekt van een belangrijke hervorming – zowel ideologisch als in termen van begrotingsomvang, toewijzingen, thematische en geografische prioriteiten en belangrijkste belanghebbenden. Daarbij worden Nederlandse kleinschalige, door burgers geleide ontwikkelingsinitiatieven mogelijk versterkt. Dat lijkt een heel klein lichtpuntje.Â
De toekomst van de Nederlandse ‘Internationale Handel en Ontwikkelingshulp’
door: Sara Kinsbergen | 20 februari 2025
Vorig jaar kondigde minister Reinette Klever voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp drastische bezuinigingen aan van € 2,4 miljard per jaar op ontwikkelingssamenwerking, die vanaf 2027 ingaan. Dat is van 0,62% van ons bbp in 2024 naar 0,44% in 2029. Vandaag onthulde ze haar definitieve plannen voor de uitvoering en de bijbehorende beleidskeuzes.
Het Nederlandse beleid voor ‘Buitenlandse handel en ontwikkelingshulp’ voor de komende jaren in een notendop, langs drie richtinggevende vragen: waarom, wat & waar, en met wie?
Waarom: Nederlands belang voorop
De Nederlandse regering verschuift ontwikkelingssamenwerking/hulp verder van de wereldwijde solidariteit en koppelt deze (meer dan ooit) expliciet aan nationale economische en geopolitieke belangen. Dit impliceert een sleutelrol voor Nederlandse bedrijven en resulteert in een toenemend gebruik van zogenaamde ‘gebonden hulp’. Dat is een vorm van ontwikkelingssamenwerking gericht op actieve betrokkenheid bij de uitvoering van projecten door Nederlandse bedrijven, wat directe economische voordelen voor Nederland garandeert.
Wat en waar: Thematische en geografische focus
De focus zal liggen op drie belangrijke Nederlandse belangen: handel & economie, veiligheid & stabiliteit en migratie. Vervolgens richten de programma’s zich op thema’s waar Nederland veel expertise in heeft: watermanagement, voedselzekerheid en gezondheid.
Dit betekent ook een drastische vermindering in verschillende andere sectoren: de financiering van projecten op het gebied van gendergelijkheid, beroeps- en hoger onderwijs, sport en cultuur wordt stopgezet. Ook het budget voor klimaatgerelateerde interventies daalt drastisch.
De Nederlandse betrokkenheid zal zich nu vooral richten op drie aangrenzende regio’s:
· West-Afrika (met name de Sahel)
· De Hoorn van Afrika
· Het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA-regio)
Met wie: veranderingen in het speelveld
Hoewel Nederlandse bedrijven in dit nieuwe beleid als belangrijke stakeholders worden beschouwd, wordt de samenwerking met actoren die van oudsher een centrale rol spelen in het Nederlandse internationale beleid sterk heroverwogen.
Naast de eerder aangekondigde bezuinigingen voor maatschappelijke organisaties – van € 1,4 miljard naar € 0,4 miljard over een periode van vijf jaar vanaf 2026 – heeft de minister nu ook een vermindering van 50% aangekondigd van de kernbijdragen aan multilaterale organisaties zoals UNICEF en UNDP.
Tegelijkertijd wil het kabinet de samenwerking met Nederlandse kleinschalige, door burgers geleide ontwikkelingsinitiatieven, versterken.
Tijd voor nadenken
Hoewel dit beleid voortbouwt op keuzes die door eerdere ministers zijn gemaakt, vertegenwoordigt het tegelijkertijd een belangrijke hervorming – zowel ideologisch als in termen van begrotingsomvang, toewijzingen, thematische en geografische prioriteiten en belangrijkste belanghebbenden.
Tot zover de feiten, tijd om na te denken over de gevolgen van dit beleid in het echte leven. Laten we ons hoofd koel houden en ons hart warm.
Lees hier de hele Beleidsbrief Ontwikkelingshulp.