We vinden dat iedereen een kans moet krijgen, zowel de mensen hier in Nederland als mensen in ontwikkelingslanden. Voor de mensen hier bieden we een passende, veilige en stimulerende werkplek voor eenieder die ondersteuning nodig heeft om sociaal en maatschappelijk mee te kunnen doen.
In onze werkplaats in Culemborg knappen we gebruikt gereedschap, naaimachines, breimachines, fietsen en computers op. Ons team bestaat uit zo’n 40 medewerkers: een mix van mensen met een rugzakje (zoals autisme of een verstandelijke beperking), vrijwilligers, langdurig werklozen, stagiaires en drie betaalde coördinatoren.
Voor de mensen in ontwikkelingslanden streven we ernaar dat eenieder (jong of oud, man of vrouw) die een beroep wil leren en uitoefenen, kan beschikken over voldoende en kwalitatief goed gereedschap. We verzenden de gereviseerde gereedschappen en machines naar kleine opleidingscentra en andere organisaties in ontwikkelingslanden. Dit doen wij onder de internationale noemer Tools4Change.

 

Informatie

  • Doelgroep: Algemeen publiek | Analfabeten | Chronisch zieken | Gedetineerden | Gemeenschappen | Jongeren | Kinderen | Mensen met een beperking | Milieu | Minderheden | Minima | Ouderen | Patiënten | Studenten | Vluchtelingen | Vrouwen en meisjes | Werklozen
  • SDG: SDG01 - Einde aan armoede | SDG02 - Einde aan honger | SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG04 - Goed onderwijs | SDG05 - Vrouwen en mannen gelijk | SDG08 - Fatsoenlijke banen en economische groei | SDG10 - Minder ongelijkheid | SDG12 - Duurzame consumptie en productie | SDG13 - Klimaatverandering aanpakken | SDG16 - Vrede, veiligheid en rechtvaardigheid | SDG17 - Partnerschappen voor de doelen
  • Land: Gambia | Ghana | Kenia | Malawi | Nederland | Roemenië | Sierra Leone | Suriname | Tanzania | Uganda | Zambia | Zimbabwe
  • Werelddeel: Afrika | Europa | Zuid-Amerika

Projecten

  • ‘Onderwijs voor iedereen’ in Kenya

    De St. Martins Deporres Special School is opleidingscentrum en revalidatiecentrum ineen en enorm groot. Ongeveer 400 leerlingen jonger dan 18 jaar en haast 200 jongvolwassenen volgen er onderwijs. Ze komen uit de verre omtrek, uit de buurlanden Tanzania en Uganda en zelfs nóg verder, uit Rwanda.

    Geboren worden met een fysieke of mentale beperking is nog steeds een taboe in Kenya. Het komt nog voor dat ouders kinderen met een beperking binnenshuis opsluiten. Zelfs kinderen met alleen een lichamelijke beperking en normale intellectuele capaciteiten, worden sociaal buitengesloten. Andere factoren die de ontwikkeling van de kinderen belemmeren zijn de slechte infrastructuur van het land, het gebrek aan speciaal opgeleide leerkrachten en aan aangepaste leermaterialen. Meer dan 80% van de jongeren met een beperking in Kenya heeft geen diploma of werk en is daardoor afhankelijk van anderen.

    De leerlingen van de Deporres School hebben met verschillende soorten beperkingen te maken, maar vooral met amputatie van een ledemaat en met Cerebrale Parese: CP. CP is de naam voor verschillende soorten aangeboren hersenschade die lichamelijke en/of geestelijke gevolgen heeft. CP kan invloed hebben op onder meer de beweging, de houding en coördinatie. Het kan slechtziendheid veroorzaken en problemen met spreken. Er kunnen ook cognitieve en leerproblemen zijn.
    De kinderen worden ondersteund met fysiotherapie, bezigheidstherapie en logopedie. Ze krijgen orthopedische hulpmiddelen aangemeten en zo nodig correctieve plastische chirurgie. Een groot deel van de kinderen verblijft intern, er zijn slaapzalen op school.

    Kortgeleden is een nieuwe vleugel aangebouwd voor speciaal middelbaar onderwijs en een tweede vakopleiding geopend. Die opleiding biedt hulp bij de overgang van basisrevalidatie naar vakonderwijs. De school heeft beroepsopleidingen tot kleermaker, timmerman, lasser, elektricien, automonteur en metaalbewerker. Daarnaast volgen alle leerlingen computerklassen en kunnen ze les krijgen in grafische computerprogramma’s.
    Inkomsten komen voor een deel uit de producten en diensten van de studenten.
    Aan de textielopleiding naaien de leerlingen gordijnen, schooluniformen en tafelkleden. Verschillende soorten meubilair komen van de timmermansopleiding. De automonteurs in opleiding repareren motoren en spuiten auto’s. Er worden zelfs orthopedische schoenen en protheses gemaakt!

    De afgelopen vijf jaar boekte de school goede resultaten. 76 Leerlingen zijn na hun opleiding voor zichzelf begonnen en hebben een eigen werkplaats. Drie oud-leerlingen volgden een extra opleiding tot docent speciaal onderwijs. Zij zijn weer terug op de school, maar nu als leraar.

    Veel verschillende vakopleidingen, veel kinderen en jongeren, heel veel ambitie maar heel weinig gereedschappen, dat is de situatie van dit moment. Vanwege het grote aantal leerlingen bestaat er grote behoefte aan gereedschappen voor alle technische opleidingen.

    Betuwe Wereldwijd wil deze bijzondere school graag ondersteunen door de volgende gereedschappen en machines te verzenden:

    10 automonteurset individueel
    1 timmerset 20 leerlingen
    10 timmersets individueel
    1 metaalbewerkingset 10 leerlingen
    10 metaalbewerkingset individueel
    1 lasapparaat
    11 elektrische naaimachines
    2 trapnaaimachines
    10 handnaaimachines
    10 strijkijzers
    25 computer compleet
    5 laptops
    1 laserprinter
    6 sets trainingsmateriaal (1 per vakgebied)
    10 fietsen
    12 m3 transport naar Kenya

    NB! Speciaal voor dit project stellen wij sponsoring in natura met aangepaste hulpmiddelen voor het ICT-onderwijs aan slechtzienden en leerlingen met motorische problemen op prijs.

    Het project, inclusief transport tot aan de haven van Mombasa kost € 17.840,- Daarbovenop komen de kosten voor inklaring en transport naar de school in het Nyakach subdistrict. Deze kosten worden door de St. Martin Deporres Special School zelf betaald.

    Doelgroep: Chronisch zieken | Jongeren | Kinderen | Mensen met een beperking | Patiënten

    SDG: SDG01 - Einde aan armoede | SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG04 - Goed onderwijs | SDG08 - Fatsoenlijke banen en economische groei | SDG10 - Minder ongelijkheid

  • Een nieuw leven waar muziek in zit

    Jarenlang werden in Oeganda kinderen ontvoerd door rebellengroepen en ingezet in het rebellenleger als kindsoldaat of gebruikt als seksslavin. Dit traumatische verleden speelt nog door in het leven van velen in Oeganda. De meeste leefgemeenschappen lijden sterk onder psychosociale en economische problemen. Veel kinderen en jongeren in Oeganda zijn beschadigd. De missie van de Fact Child Outreach Ministry Uganda, de FCOMU, is het leven van de meest kwetsbare kinderen in heel Oeganda, maar voornamelijk kinderen uit het oosten van het land voor altijd een positieve draai te geven.

    Iedereen die ooit een muziekinstrument heeft leren spelen weet hoe bevrijdend dit kan zijn, hoe het je zorgen kan doen vergeten en vooral hoe vrolijk en gelukkig je van muziek maken kunt worden.

    In 2010 begon de FCOMU met muzieklessen voor kwetsbare kinderen en het oprichten van een brassband. Met de opbrengsten van de optredens van de band kunnen opleidingen voor de kinderen worden betaald. School-brassbands en optochten van brassbands om feestelijke gelegenheden op te luisteren, zijn heel gebruikelijk in Oeganda.

    In 2012 zette de FCOMU in Jinja een tweedekans-trainingscentrum op met zakelijke- en beroepsopleidingen. Meer dan 400 jongeren haalden de afgelopen jaren aan deze opleiding een erkend districtsdiploma. Ze werden kapster, kleermaker, timmerman of automonteur.

    Op dit moment staan ongeveer 660 jongeren uit de doelgroep van FCOMU ingeschreven voor een opleiding. Het zijn wezen, kinderen die de school niet hebben afgemaakt, vooral meisjes, tienermoeders, werklozen en jongeren met een beperking. Met de kennis en vaardigheden die ze op een opleiding opdoen, kunnen ze een zelfstandig bestaan gaan opbouwen.

    De FCOMU heeft een groot gebouw met voldoende ruimte om de opleidingen flink uit te breiden en dat is ook hun wens. Maar er zijn nauwelijks gereedschappen en machines waar de studenten mee kunnen werken. Een andere wens is een avondopleiding opzetten om de vakkennis en vaardigheden van oudere mensen die al een beroep uitoefenen op een hoger niveau te brengen. Als er voldoende gereedschap binnenkomt, is er een plan om een productielijn op te zetten bij de timmermansopleiding. Daarmee wil men nog meer inkomsten voor de opleidingen verwerven.

    De Stichting Betuwe Wereldwijd draagt graag bij aan het verwezenlijken van de dromen van de FCOMU en wil de volgende gereedschappen en machines naar Oeganda zenden:

    2 Breimachines
    21 Elektrische naaimachines
    2 Trapnaaimachines
    4 Borduurmachines
    15 Strijkijzers
    1 Timmerset voor 20 leerlingen
    1 Automonteurset voor 20 leerlingen
    10 Automonteursets
    1 Loodgietersset voor 20 leerlingen
    1 Stukadoorsset voor 20 leerlingen
    1 Metselset voor 10 leerlingen
    10 Metselsets
    2 Lasapparaten
    6 Sets traininsgmateriaal (1 per vakgebied)

    Het project, inclusief transport tot aan Kampala kost € 11.910,-. Daarbovenop komen de kosten voor inklaring en transport vanaf Kampala. Deze kosten worden door FCOMU zelf betaald.

    Doelgroep: Algemeen publiek | Jongeren | Kinderen | Mensen met een beperking | Minima | Vrouwen en meisjes | Werklozen

    SDG: SDG01 - Einde aan armoede | SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG04 - Goed onderwijs | SDG08 - Fatsoenlijke banen en economische groei | SDG10 - Minder ongelijkheid

  • Kansen voor ‘Kayayei’ en andere kwetsbare Ghanezen

    Een groot aantal vrouwen vertrok van het Ghanese platteland naar stedelijk gebied in het zuiden van Ghana. Ze kregen de naam ‘Kayayei’, wat zoveel betekent als ‘vrouwen die goederen dragen’ (meestal op hun hoofd). Deze Kayayei leven onder erbarmelijke omstandigheden. In 2011 werd door een aantal bezorgde Ghanezen de Gubkatimalli Behigu Foundation (GUBFO) opgericht. Het doel was om vrouwen van de straat te halen door empowerment. Inmiddels richt GUBFO zich op het vergroten van het welzijn en de rechten van kansarme jongeren, zoals wezen, jonge prostituees, schoolverlaters, werklozen, alleenstaande jonge moeders etc.

    GUBFO organiseert vakopleidingen, maar ze helpen hun deelnemers ook op het gebied van schrijven, rekenen, financiën en gezondheid. Ze bieden vakopleidingen aan op het gebied van textielbewerking, houtbewerking, smidswerk, kapperswerk en weven. In 2019 zijn ze ook gestart met schoenmaken en leerbewerking.

    GUBFO rekruteert de deelnemers in tien plattelandsgemeenschappen in de Kumbungu regio, in het noordelijke deel van Ghana. De mensen hier leven onder slechte omstandigheden en hebben geen toegang tot scholen en hulpverlening.

    Afgelopen jaren heeft GUBFO al 80 kansarme jongeren getraind en aan een baan geholpen. Het overgrote deel van hen heeft een eigen bedrijfje gestart en een klein deel heeft werk gevonden bij een bedrijf. Deze jongeren geven op hun beurt hun opgedane kennis en ervaring weer door aan anderen in hun gemeenschap. Daarmee wordt niet alleen de armoede bestreden, maar ook de uittocht uit de dorpen naar de grote stad voorkomen.

    In de werkplaats worden producten van textiel gemaakt, zoals tassen, T-shirts en kleden. Deze worden door GUBFO verkocht en leveren een mooie inkomstenbron op. Op dit moment kampt GUBFO met een tekort aan goed gereedschap. Ook is er een gebrek aan fietsen en brommers, waarmee de instructeurs op pad gaan.

    Met goed gereedschap dat wij ze kunnen sturen, zijn ze in staat om meer en hoogwaardiger opleidingen aan te bieden. Ook kunnen ze opgeleide jongeren een startersset meegeven.

    Wij kunnen de volgende goederen verzenden:

    15 elektrische naaimachines
    2 trapnaaimachines
    1 ledernaaimachine
    1 breimachines
    1 timmerset voor 20 leerlingen
    10 timmersets
    15 fietsen

    Het project, inclusief transport tot aan Ghana, kost €5.475-. GUBFO betaalt zelf de kosten van inklaring en transport vanaf Tema.

    Doelgroep: Alleenstaande ouders | Analfabeten | Dak- en thuislozen | Jongeren | Minima | Slachtoffers van seksueel misbruik | Vrouwen en meisjes | Werklozen

    SDG: SDG01 - Einde aan armoede | SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG04 - Goed onderwijs | SDG05 - Vrouwen en mannen gelijk | SDG08 - Fatsoenlijke banen en economische groei | SDG10 - Minder ongelijkheid | SDG16 - Vrede, veiligheid en rechtvaardigheid

  • ALEJO beschermt en stimuleert gemeenschappen in Zambia

    Het woord ‘ALEJO’ komt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent beschermer van de mensheid. Het doel van het ‘ALEJO project voor gemeenschapsondersteuning’ heeft alles met bescherming te maken. ALEJO strijdt voor gelijke rechten voor iedereen, onafhankelijk van iemands ras, status in de gemeenschap, culturele achtergrond, geslacht of geaardheid. ALEJO helpt gemeenschappen om armoede uit te bannen en hun economie te versterken.

    Het winnen van koper was van oudsher een belangrijke inkomstenbron voor Zambia en verschafte veel mensen een zeker inkomen. De koperprijzen daalden in de laatste decennia van de 20ste eeuw en het ging slecht met de Zambiaanse economie. Staatsmijnen werden geprivatiseerd. Als gevolg van de recessie aan het begin van de 21ste eeuw en opnieuw dalende koperprijzen, moesten mijnen sluiten. Veel mensen vervielen in extreme armoede.

    In 2010 is de coöperatie ALEJO opgericht. ALEJO zette duurzame programma’s op voor gemeenschappen. Het streven is dat leden van de coöperatie kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud. Sinds 2010 hielp de vereniging al 5000 boeren met het verbouwen van mais en het fokken van kippen. Daarbij is veel aandacht voor het milieu.

    ALEJO is actief in twee provincies in Zambia: Muchinga en Copperbelt. De vereniging ondersteunt op dit moment kleinschalige landbouwinitiatieven, de opzet van pluimveebedrijfjes in dorpen en traint haar leden in sparen. Vooral het fokken van kippen in de dorpen wordt sterk gestimuleerd. De kippen gaan daarna naar de boeren. De opbrengst van de kippenverkoop is goed én kippen bieden voedselzekerheid; in eieren zit veel proteïne.

    Betuwe Wereldwijd zond al twee keer goederen naar ALEJO, in 2016 en 2018 . Alle machines en gereedschappen zijn in de tussentijd verstrekt aan leden van de coöperatie die ze gebruikten voor hun bedrijf of er een nieuw bedrijfje mee konden opzetten. ALEJO heeft een brede doelgroep: de leden zijn tussen de 18 en maar liefst 70 jaar oud. De coöperatie bezoekt en volgt de leden die gereedschappen of machines kregen. We kregen onlangs bericht van ALEJO over de positieve gevolgen van de laatste zending goederen. Zo zijn mensen die een naaimachine van de coöperatie kregen in opdracht kleding gaan maken en zijn computers gebruikt om bedrijfjes die ICT diensten leveren op te kunnen richten.

    Moses is een man van 37 die nu deelneemt aan een project van ALEJO. Hij had geen vaste baan. De komst van een ALEJO-project in zijn gemeenschap gaf hem weer hoop voor de toekomst. Hij kreeg landbouwgereedschap van de coöperatie en kan daarmee nu in zijn levensonderhoud en dagelijkse behoeften voorzien. Moses: “Het is een erg goed programma dat door zou moeten lopen en zodat nog meer mensen in mijn gemeenschap geholpen kunnen worden.”

    De coöperatie kan haar leden niet meer van gereedschappen en machines voorzien want de voorraad is helemaal op. Daarom heeft ALEJO weer een aanvraag bij Betuwe Wereldwijd ingediend. Betuwe Wereldwijd wil ALEJO graag opnieuw ondersteunen door gereedschappen en machines te sturen. De broedmachines waar ALEJO ons om vraagt kan Betuwe Wereldwijd niet leveren, maar wel:
    1 beamer
    2 breimachines
    25 computers
    5 laptops
    20 landbouwsets
    2 lasapparaten
    1 overlock naaimachine
    1 borduurmachine
    20 elektrische naaimachines
    10 strijkijzers
    5 handnaaimachines
    2 all-in one printers
    20 timmersets
    10 loodgietersets
    4 sets lesmaterialen (per vakgebied 1)
    5 fietsen
    1 camera
    3 water pompen

    Het inzamelen, opknappen en transport tot aan Lusaka kost €15.720,-. De transportkosten van Lusaka tot aan de eigen werkplaats betaalt ALEJO zelf en komen hier nog bovenop.

    Doelgroep: Boeren | Gemeenschappen | Jongeren | Mensen met een beperking | Minima | Vrouwen en meisjes | Werklozen

    SDG: SDG01 - Einde aan armoede | SDG02 - Einde aan honger | SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG05 - Vrouwen en mannen gelijk | SDG08 - Fatsoenlijke banen en economische groei

  • Nooit meer “hosselen”

    NAAR PAS(SENDE) VAKTRAININGEN VOOR KANSARME JONGEREN IN NICKERIE EN ALBINA
    De band tussen Nederland en Suriname
    Suriname en Nederland zijn al eeuwen met elkaar verbonden. Na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 heeft er nog lang een ontwikkelings-samenwerkingsrelatie tussen beide landen bestaan. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt via een Twinning-faciliteit gelden ter beschikking voor projecten die een duurzame samenwerking tussen Suriname en Nederland bevorderen. De sociale banden tussen Suriname en Nederland moeten worden versterkt door het uitwisselen van kennis en contacten en door samenwerking tussen maatschappelijke organisaties in beide landen. Een ander doel is het versterken van maatschappelijke middenveld in Suriname want helaas heerst er nog veel armoede.

    Kansarme jongeren in Suriname
    In Oost- en West-Suriname, rondom Nickerie en in Marowijne, zijn achtergestelde gebieden waar jongeren weinig uitzicht hebben op een zelfstandig bestaan. Er heerst een hoge werkloosheid. Door de armoede zijn de woon- en leefomstandigheden slecht. Gezondheidsproblemen, ook onder jongeren, en tienermoederschap komen veel voor. Veel jongeren verlaten de school voortijdig zonder diploma op zak. Het worden risico-jongeren die grote kans lopen om de ‘drop outs’ van de samenleving te worden. Een deel van hen probeert op een makkelijke manier aan geld te komen door te gaan ‘hosselen’. Hosselen staat voor snel geld verdienen met allerlei klussen en werkzaamheden in het informele circuit. Veel jeugd trekt naar de steden. Ze zoeken hun geluk in Paramaribo of Albina, maar belanden daar vaak in de criminaliteit of de prostitutie.

    Als je met deze jongvolwassenen spreekt, geven ze aan dat ze graag uit hun vicieuze cirkel willen stappen en willen werken aan een betere toekomst. De wil is aanwezig, maar nu nog de mogelijkheden. Die mogelijkheden willen de Surinaamse Pater Ahlbrinck Stichting (PAS) en het Nederlandse Betuwe Wereldwijd samen gaan bieden. PAS werkt met deze doelgroep en zet zich al jaren actief in voor de ontwikkeling van bewoners van het Surinaamse binnenland. PAS en BWW hebben elkaar gevonden in een Twinning-project.

    Twinning: één en één samen is meer dan twee
    ‘Twinning’ komt van ‘twins’, tweeling, en betekent zoveel als ‘koppelen’. PAS en Betuwe Wereldwijd gaan de komende twee jaar als koppel samenwerken in het partnerproject ‘Naar een PAS(sende) vaktraining voor kansarme jongvolwassenen.’

    Dit Twinning-project richt zich op een speciale groep kansarme jongvolwassenen in de leeftijd van 16 tot ca. 30 jaar. Ze komen uit de westelijke polder en omgeving van Nickerie en het gebied van Marowijne; uit Moengo, Albina en omgeving. Het zijn jongeren die niet of nauwelijks naar school zijn gegaan en daardoor alleen hun eigen taal spreken en niet de officiële Nederlandse taal. Andere jongeren hebben een fysieke en/of verstandelijke beperking of laag IQ, weer anderen komen uit probleemgezinnen, zijn als kind seksueel of fysiek misbruikt of ze komen uit gezinnen met een laag inkomen. Deze groep heeft heel veel moeite met het opbouwen van een zelfstandig bestaan.

    PAS biedt trainingen voor kansarme jongeren aan die uit drie delen bestaan: persoonlijkheidsvorming, vaktraining en voorbereiding op de arbeidsmarkt. Tot nu toe biedt PAS onder andere las- en kapperscursussen aan. PAS heeft geen vaste leerkrachten in dienst en geen eigen leer-werkplaatsen voor vaktrainingen. De stichting huurt noodgedwongen leslokalen en neemt leerkrachten voor tijdelijke opdrachten aan. Jongeren uit de doelgroep voelen zich vaak niet aangesproken door schoolse leermethoden. Dat is één van de redenen waarom ze hun opleiding eerder niet hebben afgemaakt. De wens is om leerlingen minder schools les te gaan geven en ze veel meer in de praktijk met verschillende soorten gereedschap en machines om te leren gaan. Hiermee wil men schooluitval voorkomen.

    PAS heeft een netwerk in Suriname, kennis over de doelgroep en veel plaatselijke ervaring. Betuwe Wereldwijd heeft jarenlange ervaring met het begeleiden van jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt en ervaring met het inrichten en draaiend houden van een vaste leer-werkplaats. BWW kan gereedschappen en machines aan de PAS leveren.
    Het ligt voor de hand dat de uitwisseling van kennis tussen beide stichtingen veel meer op kan gaan leveren dan de som van de delen!

    Wat gaan we doen?
    Puntsgewijs samengevat gaan de PAS en BWW het volgende doen:

    Lesstof(een curriculum) en nieuwe op de praktijk gerichte lesmethoden ontwikkelen die geschikt zijn voor deze groep jongvolwassenen

    Leraren opleiden die les kunnen geven op een manier die past bij de doelgroep

    Twee vaste vakwerkplaatsen inrichten, één in Nickerie en één in Albina voor minimaal drie trainingen op het gebied van textiel en techniek

    Voor deze leer-werkplaatsen een verdienmodel ontwikkelen dat ook op de lange termijn voldoende inkomsten op zal leveren. Hiervoor onderzoek doen naar producten en diensten waar in Suriname een markt voor is of waar een markt voor kan komen. Het zwaartepunt ligt op textiel en techniek

    Het doel van dit Twinning- project is dat PAS in de toekomst een breder pakket aan trainingen aan kan gaan bieden. De kennis die tijdens dit project wordt opgedaan, wordt ter beschikking gesteld aan andere organisaties. Alles met het doel dat jongeren in Suriname in uitzichtloze situaties zicht krijgen op een beter bestaan voor zichzelf en hun omgeving. En natuurlijk dat degenen die dat eerder deden, nooit, maar dan ook nooit meer willen gaan hosselen.

    Financiële bijdrage
    Het ministerie van Buitenlandse Zaken stimuleert het versterken van sociale banden tussen Nederland en Suriname door kennisuitwisseling en samenwerking van maatschappelijke organisaties. Vanuit deze Twinning-faciliteit Suriname-Nederland is ons project goedgekeurd en kunnen we rekenen op een flinke bijdrage (€190.625,-) in de kosten. De totale kosten zijn begroot op €224.535,-.
    PAS en Betuwe Wereldwijd moeten zelf nog een deel van de kosten regelen. Dat gaat om een bedrag van €33.910,-. PAS heeft van een Surinaamse organisatie al een toezegging voor de helft van dit bedrag.

    Doelgroep: Alleenstaande ouders | Analfabeten | Jongeren | Mensen met een beperking | Minima | Studenten | Vrouwen en meisjes | Werklozen

    SDG: SDG01 - Einde aan armoede | SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG04 - Goed onderwijs | SDG05 - Vrouwen en mannen gelijk | SDG10 - Minder ongelijkheid | SDG12 - Duurzame consumptie en productie | SDG16 - Vrede, veiligheid en rechtvaardigheid | SDG17 - Partnerschappen voor de doelen

  • Bewegingsvrijheid voor Roemenen met een beperking

    Motivation zet zich in voor mensen met een beperking. In een land als Roemenië is dat nog belangrijker dan hier. De acceptatie van mensen met een beperking is er nog lang niet altijd even groot. Motivation wil dat veranderen.

    Zo startte de organisatie afgelopen jaar de campagne #EnAbleParking. Deze campagne had als doel om parkeerplaatsen die bedoeld zijn voor mensen met een beperking weer beschikbaar voor hen te maken. Vaak worden deze plaatsen gebruikt door mensen zonder een beperking. De campagne was een groot succes: er kwamen 30 nieuwsberichten over en maar liefst 265 supermarkten werkten eraan mee.

    Dit is echter niet de dagelijkse bezigheid van de organisatie. Motivation past vooral rolstoelen aan zodat ze toegankelijker en handiger te bedienen zijn. Zo krijgt iedereen precies de rolstoel die hij/zij nodig heeft. Ook biedt Motivation ondersteuning op het gebied van revalidatie, zelfstandig wonen, aangepast sporten, werk en vrije tijd. Tenslotte heeft Motivation ook een aantal groepswoningen waar rond de 30 jongvolwassenen permanent wonen. Het gaat om jongeren die zijn achtergelaten na hun geboorte. Motivation vangt hen op, waardoor ze toch een fijn leven hebben. Sommigen komen uiteindelijk in een pleeggezin terecht of bij hun biologische ouders.

    Door een wijziging in het beleid van de regering loopt Motivation tegen een flink probleem aan. De regering geeft namelijk alleen nog maar vergoedingen voor een hele simpele rolstoel. Aanpassingen die juist zo noodzakelijk zijn om zo’n stoel passend te maken voor de gebruiker worden niet meer vergoed. Dat is niet alleen een probleem voor de mensen met een beperking, maar ook een verlies van inkomsten voor Motivation. Ze moet dus op een andere manier inkomsten vergaren, wil ze haar mooie werk blijven doen.

    In samenwerking met ons ligt er een mooie oplossing op tafel: wij sturen Motivation fietsen, die zij reviseert en daarna verkoopt of verhuurt. Op deze manier kan de organisatie toch aan haar inkomsten blijven komen en rolstoelen op maat blijven maken.

    Motivation streeft ernaar om de fietsen uiteindelijk ook aan te passen voor mensen met een beperking. Zo kunnen ze zich makkelijker verplaatsen dan met een rolstoel en hoeven ze voor lange stukken niet steeds de auto te pakken of een taxi te regelen.

    Om dit alles mogelijk te maken starten wij een langdurig samenwerkingsverband, waarin we de mogelijkheden voor samenwerking verder onderzoeken en uitwerken. We starten met een eerste verzending van:
    100 fietsen
    100 sets met fietsonderdelen
    2 gereedschapsets fietsenmaker

    Betuwe Wereldwijd en Motivation gaan samen een evaluatie uitvoeren van deze eerste try-out. Afspraken over de samenwerking leggen we vast in een Memorandum of Understanding. De kosten voor de coördinatie bij beide organisaties gericht op deze langdurige samenwerking maken eveneens deel uit van de begroting van het project.

    De kosten voor dit project zijn €9.825,-. Hiervan betaalt Motivation zelf €1575,- voor de kosten van het transport van Nederland naar Roemenië. Voor fondsenwerving resteert dan een bedrag van €8250,-.

    Doelgroep: Mensen met een beperking | Minderheden | Patiënten

    SDG: SDG03 - Gezondheid en welzijn | SDG10 - Minder ongelijkheid | SDG11 - Veilige en duurzame steden | SDG17 - Partnerschappen voor de doelen

  • Een veilige landing

    Anders dan andere projecten van Betuwe Wereldwijd richt dit project zich op kwetsbare jongeren hier: in en rond Culemborg. Soms vallen jongeren vanuit het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) in een gat als het onderwijs, na hun 18e verjaardag, stopt. Aansluiting met betaald werk is moeilijk voor hen. Ze hebben te weinig werknemersvaardigheden en zijn minder volwassen dan hun leeftijd doet vermoeden. Wij willen deze jongeren een veilige landing bieden in de ‘wereld van de volwassenen’. We bieden ze de ruimte om zich verder te ontwikkelen en binnen een veilige werksituatie te groeien naar volwassenheid. En pas als zij daar klaar voor zijn willen we ze laten uitstromen naar regulier (beschut) werk. Wij proberen deze jongeren aan de gang te houden, zodat ze in beeld blijven, actief blijven en bieden ze ondersteuning in de overgang naar de nieuwe situatie waar ze in terecht komen.
    Dan is er ook nog een iets oudere groep, de zogenoemde ‘Nuggers’. Het zijn jongeren die vanaf jonge leeftijd een ziekte of handicap hebben waardoor zij niet of gedeeltelijk kunnen werken. Voorheen kregen zij een Wajong-uitkering. Nu worden ze na herkeuring geacht te kunnen gaan werken. Ze zitten echter vaak al jaren zonder werk en de afstand is te groot om ze ineens aan het arbeidsproces deel te laten nemen.

    Het begeleiden van jongeren is natuurlijk niet nieuw voor ons. Dat doen we al sinds onze oprichting in 1987. De afgelopen jaren krijgen we echter meer aanvragen voor stage- en werkplekken voor jongeren met grotere problematieken terwijl de financieringsmogelijkheden kleiner worden. Door de wijzigingen in de wet- en regelgeving voor jong gehandicapten is er veel veranderd. Het vraagt veel tijd voor afstemming met allerlei andere organisaties, van school, ambulant begeleiders, consulenten tot jobcoaches. Daarnaast vragen jongeren met specifieke problematieken om andere kennis en kunde dan we gewend zijn.
    Naast de begeleiding die we normaal al geven aan onze medewerkers, vraagt dit alles om extra capaciteit, en dus ook extra financiële middelen. Voor de begeleiding van deze kwetsbare jongeren ontvangen we binnen de huidige financieringsstructuren geen vergoeding. Daarbovenop komt nog de (tijds-)investering in het verder professionaliseren van de begeleidingssystematiek voor deze specifieke doelgroep.
    Om gericht aan de toekomst van deze kwetsbare jongeren te kunnen werken hebben we een project opgestart. Wat we met dit project willen bereiken is:

    Beschrijven en verdere ontwikkelen van de bestaande begeleidingsstructuur en -systematiek voor jongvolwassen vanuit de VSO, gericht op het verbeteren van de aansluiting op (beschermde) werkplekken.

    Vergroten van het aantal professionele trajectplaatsen bij Betuwe Wereldwijd voor deze doelgroep.

    Met de opgedane kennis en ervaring bijdragen aan verbetering van het aanbod van dit soort trajectplaatsen voor de doelgroep bij andere maatschappelijke organisaties.

    Het uitwisselen en maken van afspraken met andere betrokken organisaties (scholen, bedrijven, gemeente en andere instanties) maken nadrukkelijk deel uit van dit project.

    Om dit project mogelijk te maken is €40.000,- nodig. Een deel van dit begrote bedrag bekostigen we uit onze eigen middelen (€2.500,-) en gemeentelijke subsidie (€5.000,-). Voor het overige deel van €32.500,- doen we een beroep op fondsen.

    Doelgroep: Chronisch zieken | Jongeren | Mensen met een beperking | Minderheden | Studenten | Werklozen

    SDG: SDG04 - Goed onderwijs | SDG08 - Fatsoenlijke banen en economische groei | SDG10 - Minder ongelijkheid | SDG17 - Partnerschappen voor de doelen