Hoewel het onderzochte deel van de goede doelensector als geheel er financieel op vooruit ging, laten individuele organisaties grote verschillen zien. De kleinere goede doelen zijn financieel het hardst getroffen, maar organisaties actief binnen internationale samenwerking ervaren minder negatieve gevolgen. Particuliere giften maken daarbij vooral het verschil. Dit blijkt uit de resultaten van het onderzoek naar de impact van Covid-19 in 2020 dat de Radboud Universiteit in opdracht van het CBF bij 317 Erkende Goede Doelen uitvoerde.

Kleine organisaties (dat zijn organisaties tot 100.000 euro aan totale baten) verliezen gemiddeld 13,4% aan opbrengsten ten opzichte van 2019, tegen een verlies van 0,3% bij grote goede doelen (> 2 miljoen euro aan totale baten). Van de andere kant zeggen zo’n 90 veelal grote organisaties een groei aan inkomen te zien. Alles tezamen genomen verliest een organisatie gemiddeld 6% van haar inkomsten. De goede doelen die hebben deelgenomen aan het onderzoek hebben een gezamenlijke opbrengst van 2,47 miljard euro.

Particuliere donaties
Uit het onderzoek blijkt dat de bijdragen van particulieren vooral het verschil maken, zowel in negatieve zin als in positieve zin. Problemen om fondsenwervende acties en evenementen te organiseren (meer dan 50% van de organisaties noemt dit) en een terugloop in eenmalige giften (37%) zorgen voor inkomstendaling. Vaste donateurs daarentegen blijven ook in Covid-19-tijden hun organisaties trouw. Bij de stijgers spelen de particuliere donaties een positieve rol. Dit is toe te schrijven aan een toename aan vaste donateurs (34%) en erfenissen (33%).

Behalve de omvang blijkt ook waar en waarin je actief bent van invloed op de financiële resultaten. Zo ervaren organisaties die actief zijn in ontwikkelingslanden significant minder negatieve gevolgen van Covid-19.

Het gehele rapport is hier te lezen.

Bron: CBF
Foto: SOSSAH (Ghana)