Migranten maakten vorig jaar naar schatting 529 miljard dollar over naar familie en vrienden in het land van herkomst. En nog nooit waren deze zogeheten remittances of geldtransfers zo hoog. In 2018 werd 9,6 procent meer geld naar huis gestuurd dan het jaar ervoor. Dit jaar verwacht de Wereldbank dat het bedrag nog verder oploopt naar 550 miljard dollar.

Vorig jaar werd door de rijke landen 150 miljard dollar vrijgemaakt voor ontwikkelingshulp, maar dit bedrag blijft dus ver achter bij de transfers van migranten. Voor ontwikkelingslanden zijn remittances op dit moment de belangrijkste bron van externe financiering.

Maar er heerst ook ontevredenheid: geld sturen kost geld. Van een storting gaat gemiddeld 7 procent naar banken of transferdiensten. Dat is 4 procent hoger dan de 3%-doelstelling die in de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) voor 2030 wordt genoemd.

Meer over remittances: