Remittances vormen vaak een cruciale reddingslijn voor degenen die ze ontvangen. Door deze overboekingen wordt voedsel, onderwijs, huisvesting en medische kosten betaald. En wat over blijft, wordt meestal geïnvesteerd in de lokale gemeenschap. Remittances dragen zo bij aan het verminderen van de wereldwijde armoede. Vandaag, 16 juni, wordt extra aandacht besteed aan alle migranten die geld overmaken nar hun thuislanden. Het is International Day of Family Remittances (IDFR).

Remittances zijn volgens IOM (International Organization for Migration) essentieel voor het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG). Opgeteld zouden de overboekingen ruim drie keer zoveel zijn als de mondiale uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking.

Maar overboeken is duur. De gemiddelde overboekingskosten blijven wereldwijd 6,3 procent. Dat is ruim boven de SDG 10-doelstelling van 3 procent.

IOM vindt dan ook dat het een taak van de internationale gemeenschap is om belemmeringen weg te nemen voor snellere, veiligere en goedkopere internationale overboekingen. Dat is ook een van de conclusies van Adviesbureau Andersson Elffers Felix en het Verwey-Jonker Instituut.

Nederlands onderzoek
In opdracht van Wopke Hoekstra voerde het adviesbureau en het onderzoeksinstituut een studie uit naar geldoverboekingen van migranten naar bekenden in hun land van herkomst. Aanleiding was dat de toenmalige minister van Financiën er eind 2020 door de Tweede Kamer op werd gewezen dat migranten wereldwijd – en dus ook in Nederland – bijzonder veel geld overmaken naar familieleden en vrienden in het buitenland.

De onderzoekers keken in het bijzonder naar de belemmeringen bij dergelijke internationale geldtransacties en hoe deze obstakels weggenomen kunnen worden. In een kamerbrief (december 2022) geeft de huidige minister van Financiën, Sigrid Kaag, een samenvatting van de conclusies en licht ze toe hoe zij vervolg geeft aan de belangrijkste aanbevelingen uit dit onderzoek.

Voldoende aanbieders
De studie toont aan dat migranten die in Nederland remittances willen versturen uit voldoende verschillende overboekaanbieders kunnen kiezen. Dat neemt echter niet weg dat ze niet naar elk willekeurig land ter wereld geld kunnen overmaken.

Landen zoals Somalië, Afghanistan en Eritrea kennen weinig bruikbare formele kanalen voor overboekingen. Deze landen hebben een zwakke financiële infrastructuur en daardoor hebben veel ontvangers geen bankrekening. Ook kan het onveilig zijn om remittances op te halen bij een fysiek kantoor, wat vaak ver weg is. En er bestaat een verhoogd risico op witwassen en terrorismefinanciering.

Daarnaast blijkt dat de overboekaanbieders hun remittances-dienstverlening vaak alleen maar in het Nederlands of Engels aanbieden. Niet alle migranten beheersen deze talen.

Overboeken via apps
Uit het onderzoek komt naar voren dat naast geldtransactiekantoren online apps voor remittances snel in opkomst zijn. En zelfs informele kanalen verdrijven. Een belemmering bij online dienstverlening via apps is dat mensen niet altijd beschikken over een benodigde creditcard of laaggeletterd zijn.

Aanbevelingen

  • Maak het gemakkelijker om toe te treden tot de markt. Dit betreft de aanbiederskant.
  • Heb oog voor het risico op overcompliance. Dit heeft vooral betrekking tot klantenonderzoek door banken en andere dienstverleners in het kader van Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme). Bedrijven waar veel geldverkeer in contanten plaatsvindt leveren een potentieel hoger witwasrisico op. Maar dat mag niet betekenen dat dienstverlening aan bepaalde klantgroepen bij voorbaat geweigerd wordt. Kaag zegt toe zich in te zetten op meer aandacht voor de onbedoelde gevolgen van deze regelgeving.
  • Stimuleer dat banken geldtransactiekantoren faciliteren. De onderzoekers concluderen dat er belemmeringen kunnen ontstaan als banken niet bereid zijn om diensten aan geldtransactiekantoren te faciliteren. Kaag in haar brief: ‘Het is belangrijk dat elke klant, die een te mitigeren witwasrisico oplevert, toegang heeft tot het betalingsverkeer.’
  • Ga na in hoeverre ontwikkelingsbeleid remittances kan faciliteren. Uit het onderzoek blijkt dat meerdere knelpunten in landen in het globale Zuiden liggen. Kaag: ‘Om de belemmeringen bij internationale geldoverboekingen te verminderen vind ik het belangrijk dat de financiële sector in ontvangende landen wordt versterkt. Nederland ondersteunt daarom programma’s die zich richten op de verbetering van toegang tot financiële dienstverlening in ontwikkelingslanden.’
  • Begeleid de opkomst van apps voor remittances. Apps kunnen de kosten van overboekingen verlagen
  • Maak online identificatie bij remittances gemakkelijk. Hierover zijn nog onderhandelingen gaande.
  • Verbeter de financiële voorlichting aan migranten. Volgens AEF en Verwey-Jonker Instituut zou het veel winst opleveren om migranten extra voor te lichten over overboekingen. Bijvoorbeeld tijdens hun inburgeringsproces. Reactie Kaag: ‘Het kabinet zet in op financiële educatie voor kwetsbare groepen via onder
    andere het platform Wijzer in geldzaken (WIG). (..) Op de website van WIG zal een informatiepagina komen om de consument te informeren over internationale geldoverboekingen. De website van WIG heeft een voorlees- en vertaalmogelijkheid om een grotere doelgroep te bereiken.’
  • Coördineer de beleidsontwikkeling rond remittances. De onderzoekers stellen voor dat de overheid een apart beleidsterrein voor remittances ontwikkelt. Daartoe ziet Kaag op dit moment geen noodzaak voor een specifieke portefeuillehouder.

We zijn dan ook benieuwd naar de resultaten van de gepresenteerde plannen.

Tekst: Redactie Partin | 16 juni 2023
Foto: Sharon AngPixabay