Vrijwilligers geven vaker aan gelukkig te zijn dan mensen die geen vrijwilligerswerk doen. Van de vrijwilligers gaf 91 procent aan zichzelf gelukkig te vinden met een 7 of hoger, tegen 85 procent van de niet-vrijwilligers. Het aandeel dat zich ongelukkig voelt (en zichzelf minder dan een 5 geven op de schaal van 10) is bij mensen die geen vrijwilligerswerk doen bijna twee keer zo groot als bij vrijwilligers. Dit meldt het CBS.

Welzijnsindex
Van de vrijwilligers had 65 procent in 2013/2018 een hoog persoonlijk welzijn. Het persoonlijk welzijn is bepaald aan de hand van scores op twaalf indicatoren waaronder tevredenheid over de financiële situatie, tevredenheid met de lichamelijke gezondheid en gevoel van (on)veiligheid. Van de niet-vrijwilligers had 54 procent een hoog persoonlijk welzijn. De groep vrijwilligers verschilt qua samenstelling van de groep die geen vrijwilligerswerk doet. Zo zijn vrijwilligers bijvoorbeeld relatief vaak hoogopgeleid en doen 35- tot 45-jarigen het vaakst vrijwilligerswerk. Maar ook wanneer rekening wordt gehouden met verschillen in leeftijd, geslacht opleidingsniveau, inkomen, burgerlijke staat en migratieachtergrond scoren vrijwilligers hoger op de persoonlijke welzijnsindex.

Meer uren vrijwilligerswerk maakt niet gelukkiger
In 2018 besteedden vrijwilligers gemiddeld 4,4 uur per week aan hun vrijwilligerswerk. Meer uren vrijwilligerswerk gaat niet samen met meer welzijn. Naarmate vrijwilligers meer uren actief zijn, neemt het aandeel met een hoge score (7 of hoger) op de persoonlijke welzijnsindex niet toe. Dit geldt ook voor het ervaren geluk en de andere welzijnsaspecten.

Bron: CBS (rapport downloaden via Vrijwilligerswerk en welzijn)